Het CftG-programma

Drie vakken

De Class for the Gifted is met opzet vooral bèta-georiënteerd. Leerlingen krijgen bij ons les in drie verschillende vakken: wiskunde, robotica en onderzoeken&ontwerpen. 


Drie intelligenties

De filosofie achter het CftG-geprogramma is gebaseerd op de drie vormen van intelligentie volgens Sternberg: creativiteit, analytisch vermogen en organisatorische capaciteiten (praktische intelligentie). Al deze aspecten zijn bij onze drie vakken op verschillende manieren door de lessen heen geweven.

Robotica

Een robot is een machine die zelfstandig een programma kan uitvoeren en daarbij op allerlei situaties kan reageren.
Bij dit vak werken we met Lego Mindstorms materiaal. Dat biedt eindeloze mogelijkheden om allerlei soorten robots te bouwen en te programmeren.
De leerlingen werken in kleine groepjes aan hun eigen projecten, die intensief begeleid worden. Daarbij komen als vanzelf allerlei aspecten aan de orde. Bouwen en programmeren, natuurlijk. Maar ook samenwerken, doorzetten als het even tegen zit, creatieve oplossingen verzinnen.

Wiskunde

Bij wiskunde valt voor de kinderen veel te ontdekken. Ze maken kennis met onderwerpen die op de middelbare school vaak niet eens aan de orde komen (bijvoorbeeld de regelmatige veelvlakken, of binair/octaal/hexadecimaal rekenen). Het getal pi wordt echt ontdekt in plaats van het (zoals op het vwo) in een boek uit de lucht te laten vallen. Waarom zouden we de stelling van Thales (normaal in vwo 4 of 5) niet langs laten komen? Wat is de vierkleurenstelling, en onder welke omstandigheden gaat die niet meer op?
Dit klinkt allemaal misschien heel moeilijk – maar de kern is: het is léuk om dingen te ontdekken. En soms moet je je best doen om de vinger achter iets te krijgen…

Onderzoeken en ontwerpen

Bij o&o wordt het denken op allerlei manieren gestimuleerd aan de hand van uiteenlopende opdrachten, zoals:
– onderzoek welk merk keukenpapier per eurocent het meeste vocht opneemt
– ontwerp en bouw een brug die een maximaal gewicht kan houden
– maak een “eivanger” waarin een ei bij een val van 4 meter héél blijft
Er wordt in kleine groepjes aan de opdrachten gewerkt. Soms is rivaliteit tussen de groepjes inherent aan de opdracht (“welke brug is de sterkste?”). Maar het gaat natuurlijk vooral om het denk- en leerproces. Om de samenwerking in een groepje. En om hoe groepjes van elkáár kunnen leren.

Share by: