Bij wiskunde valt voor de kinderen veel te ontdekken. Ze maken kennis met onderwerpen die op de middelbare school vaak niet eens aan de orde komen (bijvoorbeeld de regelmatige veelvlakken, of binair/octaal/hexadecimaal rekenen). Het getal pi wordt echt ontdekt in plaats van het (zoals op het vwo) in een boek uit de lucht te laten vallen. Waarom zouden we de stelling van Thales (normaal in vwo 4 of 5) niet langs laten komen? Wat is de vierkleurenstelling, en onder welke omstandigheden gaat die niet meer op?
Dit klinkt allemaal misschien heel moeilijk – maar de kern is: het is léuk om dingen te ontdekken. En soms moet je je best doen om de vinger achter iets te krijgen…
Bij o&o wordt het denken op allerlei manieren gestimuleerd aan de hand van uiteenlopende opdrachten, zoals:
– onderzoek welk merk keukenpapier per eurocent het meeste vocht opneemt
– ontwerp en bouw een brug die een maximaal gewicht kan houden
– maak een “eivanger” waarin een ei bij een val van 4 meter héél blijft
Er wordt in kleine groepjes aan de opdrachten gewerkt. Soms is rivaliteit tussen de groepjes inherent aan de opdracht (“welke brug is de sterkste?”). Maar het gaat natuurlijk vooral om het denk- en leerproces. Om de samenwerking in een groepje. En om hoe groepjes van elkáár kunnen leren.